En die toekomstige bewoners dan?
In Ien, de podcast komen regelmatig de woorden inspraak en participatie langs. Meer dan eens als het gaat over protesten tegen de kap van bomen. Want een brief in de bus met de mededeling dat er gekapt gaat worden, heeft inderdaad weinig met inspraak te maken. Dat heet informeren.
Informeren is in een democratie belangrijk voor transparantie. Maar het is begrijpelijk dat burgers teleurgesteld en boos thuiskomen na een info-avond in het buurthuis waar enkel nog wordt medegedeeld wat hen te wachten staat. Dus dat moet anders, roept Rob Jaspers regelmatig. Ga voor echte inspraak, participatie. Nodig mensen uit om mee te denken. Nog voordat plannen vastliggen.
Toch is inspraak niet zo eenvoudig als hij het doet klinken. Zeker nu discussies gaan over het kappen van bomen om nieuwe wijken te creëren, rijst bij mij de vraag: hoe ziet inspraak er dan uit? Burgers kunnen input geven voor het ontwerp. De stedenbouwkundige en architecten kunnen de omgeving leren kennen voordat ze aan de slag gaan.
Lees verder onder de afbeelding
Maar daarmee is de democratie nog niet gered. Want als we het hebben over inspraak, is een belangrijke vraag: wie praat er mee? Als er honderd bomen gekapt moeten worden om een nieuwe wijk te realiseren, kun je de mensen mee laten denken die in de al bestaande huizen rondom wonen. Dat ligt voor de hand. Maar laten we eerlijk zijn: de kans dat deze mensen enthousiast instemmen met een nieuwe woonwijk in hun groene achtertuin, is klein. Betekent dat dan dat we geen nieuwe wijken meer bouwen?
Het probleem hier is dat lang niet alle belangenpartijen meepraten. Denk bijvoorbeeld aan de toekomstige bewoners van de nieuwe wijk. Waarschijnlijk vinden zij het ook waardevol om de wijk groen te houden. Maar zij zullen wel zeggen: die huizen moeten er komen. Het lastige is: we weten nog niet wie de toekomstige bewoners zijn. Zij kunnen niet aanschuiven bij de inspraakavond.
Dit is een bekend probleem in democratische theorieën. Het wordt vaak aangehaald rondom klimaatproblemen: het beleid raakt toekomstige generaties het meest, hoe kunnen we hun stem vertegenwoordigen? Een mogelijke oplossing is om burgers in de rol van de toekomstigegeneratie te plaatsen.
Twee weken geleden was ik in LUX bij de aftrap van TASC – The Art of Science. Het publiek kreeg de opdracht om vanuit een bepaald perspectief na te denken over de toekomst van Nijmegen. Een halfuur lang praatte ik vanuit de positie van De Waal in het jaar 2100. Iemand anders was een Esdoorn in het Valkhofpark in 2222. En weer iemand de Stevenskerk in 2050.
Ik denk nu: hoe zit het met die te kappen bomen? Met de eekhoorntjes die zij nu een thuis bieden? Met de kinderen die in theorie over honderd jaar spelen in de achtertuinen van deze al dan niet te bouwen huizen?
Er zit een flinke wereld tussen het versturen van een brief met informatie en het organiseren van een inspraakavond waar mensen niet alleen zichzelf, maar ook de toekomstige buren of te kappen bomen vertegenwoordigen. Aan zo’n bijeenkomst zou ik graag deelnemen – dus laat de gemeente de theatermakers en kunstenaars niet vergeten bij het vormgeven van onze democratie.
Over Kiki
Kiki Kolman kwam iets meer dan tien jaar geleden in Nijmegen wonen. Ze heeft nog nooit de Vierdaagse gelopen, maar struint graag in de Ooij en op de Haterse Vennen, drinkt regelmatig biertjes van Nijmeegse bodem en hoopt daarom dat ze zich toch Nijmegenaar mag noemen.
Ze werkte op de debatafdeling van LUX en is nu programmamaker bij filmfestival InScience, docent Politicologie aan de Radboud Universiteit en freelancer in het culturele circuit.
Ze heeft regelmatig meningen over van alles en nog wat – nu ook één keer in de twee weken bij Ien, de podcast. Uiteraard allemaal op persoonlijke titel.
Lees ook
Opnieuw aandacht voor mensenhandeling in tentoonstelling op Mariënburgplein Nijmegen
Brandgrens Nijmegen vol in het licht