Wiens straat? Onze straat
"HÉ SCHATJE, WIL JE een lolly of mijn lul?" "Neuken?" "Doorlopen, hoer!" Zomaar een greep uit de quotes van straatintimidatie die Catcalls of Nimma in de afgelopen jaren op de Nijmeegse straten krijtten, op de plekken waar ze naar vrouwen werden geroepen.
Vorig weekend organiseerde Catcalls of Nimma haar tweede Heksennacht. Een oude traditie, want de eerste heksennachten in Nederland werden in 1978 gehouden. Voornamelijk vrouwen – maar inmiddels in Nijmegen ook veel queer personen en wat bondgenoten – trekken de straten op om de nacht en de straten te claimen. Het is een protest tegen straatintimidatie en catcalling.
Ik was er en ik moet eerlijk zeggen dat ik het in eerste instantie een beetje braaf vond. We liepen. Maar ik zag geen fakkels en er werd niet massaal geschreeuwd en herrie gemaakt met potten en pannen, zoals ik kende van de beelden van vroeger. Toen een paar mensen "nee is nee" riepen, werden ze maar minimaal bijgevallen. Ik vroeg me af of we nu echt de straat aan het claimen waren of dat we gewoon door de straten liepen.
Maar naarmate de mars voortzette en we stops maakten op verschillende pleinen om met stoepkrijt leuzen op de grond te kalken, won de groep aan kracht. Er werd steeds harder geroepen. Vanaf een aantal terrassen werden we toegejuicht, enkelen sloten zich spontaan bij ons.
Lees verder onder de afbeelding
Dit bericht op Instagram bekijken
En ik besefte dat de verlegenheid aan de start tekenend is voor wat straatintimidatie met vrouwen, met queer personen, met iedereen die buiten de norm valt, doet. Je maakt je kleiner. Want opvallen is risicovol. Je vermijdt oogcontact met de groep mannen in de verte. Je trekt als man toch maar geen jurk aan.
Dus als je dan met tweehonderd personen langs het Nijmeegs uitgaansleven marcheert, voelt het in het begin onwennig om te schreeuwen. Herrie maken op straat is weggelegd voor groepen mannen. Voor puberjongens die breed met hun fiets zwalken en oudere mannen die wijdbeens op bankjes zitten. Zich onbewust van blikken en van oordelen of juist kickend op de aandacht. Vanuit het gevoel dat hen niks kan gebeuren.
Ook tijdens de Heksennacht werd dat pijnlijk zichtbaar. We stopten in de Molenstraat om leuzen te kalken. Het was een prachtig gezicht: een groot gezelschap dat de Molenstraat overviel. Maar dat viel niet bij iedereen goed. Ik stond met mijn rug naar het terras te krijten toen er werd gefloten. Een aantal mensen lachte of joelde.
En ik? Ik deed niks. En de rest van de groep? Ook niet. En eerlijk gezegd voelde ik me klein. Want we waren met veel, maar zij ook. En niemand op dat terras greep hoorbaar in. Niemand van het personeel van al die Oubaha-tenten deed iets.
Het heeft me de hele week achtervolgd. Zowel de kracht van het samen door de straat lopen en de bijval, als ook de negatieve reacties. Want ik kan zo hard schreeuwen en borden in de lucht houden. Maar in zo´n moment sta ik met mijn mond vol tanden. Ik heb me hele scenario's ingebeeld. Waarin ik me wel omdraaide en vroeg "wie floot er?". Dat ik diegene zou vragen waarom die dat deed. Wat er dan volgens hem zo grappig was. Dat ik de rest van het terras zou vragen of ze het grappig vonden, als mensen zich onveilig voelen op straat.
Het punt is: meestal zijn we niet met velen. En de volgende keer dat iemand weer alleen loopt terwijl die wordt lastiggevallen, is het belangrijk dat we wel ingrijpen. Niet die persoon zelf, maar de omstanders. Het terras. De voorbijgangers.
Ik wens iedereen heel fijne Vierdaagsefeesten. Dans, lach, schreeuw. Dat ga ik ook doen. En als we iemand een ander zien lastigvallen, grijpen we in. Want die straten, die zijn van ons.
Over Kiki
Kiki Kolman kwam iets meer dan tien jaar geleden in Nijmegen wonen. Ze heeft nog nooit de Vierdaagse gelopen, maar struint graag in de Ooij en op de Haterse Vennen, drinkt regelmatig biertjes van Nijmeegse bodem en hoopt daarom dat ze zich toch Nijmegenaar mag noemen.
Ze werkte op de debatafdeling van LUX en is nu programmamaker bij filmfestival InScience, docent Politicologie aan de Radboud Universiteit en freelancer in het culturele circuit.
Ze heeft regelmatig meningen over van alles en nog wat – nu ook één keer in de twee weken bij Ien, de podcast. Uiteraard allemaal op persoonlijke titel.
Lees ook
Ingezonden brief: Geen collegialiteit? Debat!