Terugbladeren: graffiti-aanpak in Nijmegen
Elke week bladert Rob Jaspers terug door oude kranten, op zoek naar nieuws dat de tand des tijds heeft weten te doorstaan. In deze aflevering: graffiti en streetart.
Deze week wil jij het over graffiti hebben, Rob.
“Klopt. Wethouder Jean-Paul Boeren wil de graffiti in de stad gaan bestrijden. Broeren zei: ‘We gaan sneller schoonmaken, de DAR wordt sneller ingezet.’ Hij heeft met ondernemers in de binnenstad gesproken en dat vind ik inderdaad allemaal prima. Hij heeft overigens tegelijkertijd gezegd dat graffitispuiters onder de brug bij het Maas-Waalkanaal nog vrij mogen opereren.
Goed idee van de wethouder?
“Ik vind het dapper dat hij weer aanpakt, maar het is niet de eerste keer. In 1995 al zag je het al in de binnenstad, de hofjes, de Bloemerstraat, de Koningshof… het zat allemaal vol met graffiti en toen wilde de gemeente Nijmegen ook aanpakken samen met ondernemers. Maar dat lukte steeds niet en in 1997 is Bureau Halt ingeschakeld om jongens aan het werk te zetten. In 1999 kwam er ook graffiti in de buitenwijken, toen werd weer een actieplan neergezet. In 2006 was er weer gedoe over, dus het keert steeds terug.”
Dat klinkt niet heel hoopvol.
“Er zijn wel stappen gezet, soms heel mooie stappen. Want als je nu naar de Gruitberg kijkt … daar hebben de Nijmeegse stadsdichters een heel mooie wand gemaakt, met machtig mooie zinnen en opmerkingen, dus dat is mooi. Soms is het gewoon kunst! Bij de Scheidemakershof zien we het beeld van bombardement op Nijmegen. We zien het op meer plekken, maar je blijft graffiti zien.”
Wie moet dat dan aanpakken?
“Ik weet niet of je de gemeente voortdurend moet aanspreken. Het lastige is, we hebben natuurlijk altijd jongeren die dat doen. En ik verbaas me er weleens over, neem nou de HAN. Die hadden een muur compleet wit geverfd en die wordt geloof ik elke week ondergekliederd. En de HAN blijft dat keer op keer weer wit maken. Ik vind ook dat we echt jongeren moeten aanspreken?
En je weet: ik ben een NEC-fan, maar op sommige plekken is het echt te gek voor woorden hoeveel we van die NEC-kleuren zien. En dan zou ik zeggen, wees trots op je club. Zorg dat je op je fiets, op je scooter een NEC-vlaggetje hebt. Zorg dat het verhaal van Paul Eigenhuijsen (GewoonNijmegen.nu) doorgaat, dat het NEC-vlaggetje weer op de stadsbus terugkeert. Zorg dat je in je auto de sjaal laat zien, maar ga niet bekladden. Maar ik vind het soms afschuwelijk en ik vind dat we mensen daarop moeten aanspreken.”
Dan liever streetart, georganiseerde straatkunst?
“Ja, in Dukenburg bijvoorbeeld zijn tunneltjes nu voorzien van de geschiedenis van Dukenburg. En dan zie je ook dat jongeren daar toch afblijven. Dus misschien moet je ze meenemen. Misschien moet je inderdaad georganiseerde plekken aanwijzen om dat te doen. En ik zie soms ook graffiti als een soort kunstvorm. Dat kan ik soms nog wel op een wilde plek accepteren. Maar wat mij vooral stoort, zijn die tags, zo’n domme, zwarte kreet ergens op een schuurtje, tegen een poort van een tuinhek. Daar begrijp ik helemaal niets van.”
Terugbladeren: De Radboud Universiteit